Zaalhockey – opbouw m.b.v. een balkspeler

De meeste voorkomende formatie bij jeugdteams in de zaal is de “dobbelsteen 5”. Zowel in de opbouw als ook verdedigend is deze opstelling favoriet.

Bij balbezit kiezen veel coaches voor twee opbouwspelers, één middenvelder en twee aanvallers. De tegenstander zet daar vaak een driemans-blok tegenover. De twee verdedigers dekken de diepe spitsen af in de zone. Veel jeugdteams hebben tijdens de opbouw moeite om langs dat driemans-blok te komen. Laat staan om van achteruit direct een diepe spits te bereiken. 

Onderstaande animatie toont de wijze waarop het opbouwende team mogelijk toch het verdedigende blok kan uitspelen. Daar is wel voor nodig, dat de opbouwspelers elkaar snel en hard kunnen aanspelen. Een timingfout van de tegenstander kan het uitverdedigen ook helpen.

Een oplossing voor het uitspelen van het driemans-blok kan ook een zogenaamde “balkspeler” zijn. Deze speler, meestal de midden-midden, neemt positie op de eigen helft bij de linker balk.  Belangrijk is, dat deze speler bij de balk blijft staan en “half-open” staat. Dat wil zeggen, dat hij met zijn hakken nagenoeg tegen de balk staat en zijn gezicht richting het veld heeft. Beide opbouwspelers staan verder uit elkaar dan in een dobbelsteen 5.

De voordelen van een balkspeler zijn:

  • Het geeft de opbouwspelers een extra (makkelijke) speel-optie tijdens het uitverdedigen
  • De balkspeler staat al klaar om de bal te ontvangen en hoeft dus niet in de bal te komen, wat de pass en aanname moeilijker maakt
  • De midden-midden van de tegenstander wordt in een dwangpositie gezet. Deze speler moet bepalen of hij de balkspeler gaat dekken, waardoor er ruimte in het midden ontstaat. Of toch in het blok blijft staan, waardoor de balkspeler vrijkomt
  • Als de balkspeler de bal ontvangt, heeft hij in de regel veel mogelijkheden voor een vervolgactie, zoals in onderstaande animatie zichtbaar is

De balkspeler moet de bal direct aangespeeld krijgen en niet via de balk. De balk zorgt ervoor dat de speler meer tijd nodig heeft om de bal goed te kunnen controleren. Doordat de balkspeler “half-open” aanneemt, heeft hij zicht op het hele veld en kan direct de juiste vervolgactie kiezen: sterk uitdraaien, breed spelen of een dieptepass geven.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: