Opbouw via de pivot

Intro

Hockey typeert zichzelf door de vele spelmogelijkheden. De opbouw van achteruit kent diverse opties: 3 mans opbouw, 4 mans opbouw, kantelende kom, etc. In deze presentatie wordt ingegaan op de opbouw, waarbij gebruik wordt gemaakt van 1 of 2 pivots, tegenover een hoge press van de tegenstander.

Pivot

Pivot is een Engels woord. Het werkwoord “ to pivot” betekent draaien, roteren. De as of spil waar omheen iets draait. 

In hockey kan de pivot vrij vertaald “de spil” worden genoemd. In dit artikel gaat het vooral om de wijze waarop deze spil tijdens de opbouw kan worden gebruikt. Wat zijn de taken en benodigde kwaliteiten. 

Het spelconcept en de opbouw

Een spelconcept is de optelsom van formatie (opstelling) en systeem (beweging t.o.v. elkaar en de tegenstander). Bij het “ inrichten” van het veld tijdens de opbouw, moet iedere speler ervan bewust zijn, welke positie er moet worden ingenomen. Tevens moet duidelijk zijn, via welke zones het team wil opbouwen.

In deze animatie zijn enkele spelconcepten weergegeven met twee pivots.

Smalle en brede kom

De dynamiek in de laatste linie heeft invloed op de keuzes van de pivot(s). Het centrale duo achterin kan er bv. voor kiezen om de kom op te rekken door zich breder op te stellen. De vleugelverdedigers worden dan automatisch naar voren “geduwd”, waardoor hun directe tegenstanders in een dwangpositie komen. 

Door de kom te kantelen wordt ook ruimte gecreëerd in de laatste linie.  En daarmee meer ruimte voor de pivots.

Binden en openen naar voren

Van de pivot wordt balvastheid, goede positiekeuze en overzicht verlangd. 

De ruimtes worden tijdens de opbouw vaak klein gehouden door de tegenstander. De pivot moet daarom de ruimte om zich heen herkennen. Kan ik opendraaien of moet ik de bal terugspelen?

 De pivot moet beschikken over een snelle besluitvorming en goede balcontrole. Want balverlies op die positie kan immers dodelijk zijn.

Taken van de pivots

Een mooi voorbeeld van positiekeuzes en besluitvorming komt uit de wedstrijd Nieuw-Zeeland – België. In het eerste beeld neemt de pivot van NZ de bal aan, waarmee zij de spelers van de tegenstander aan zich bindt (drop and bite). De bal gaat terug naar de laatste lijn, waarna er geprobeerd wordt om de openvallende ruimtes te benutten. In het tweede beeld staat de pivot in het “venster” tussen middenveld en voorhoede van de tegenstanders. De pivot draait haar lichaam in, waardoor zij de bal open kan aannemen en een actie naar voren kan maken.

Positiekeuze en dynamiek van de pivot

De startpositie van de pivot bij de opbouw en zijn dynamiek bepalen hoe (en of) de pivot kan worden gebruikt. Is de startpositie hoog bij de middenlijn of laag, dicht bij de eigen 23m-lijn.

Biedt de pivot zich naar de bal aan of is hij een statisch aanspeelpunt? 

Uiteraard is het ook afhankelijk van de strategie van de tegenstander. Spelen zij bv. mandekking of spelen zij in de zone? En welke press wordt er gehanteerd?

Het team zal in al deze situaties afspraken moeten maken over de wijze van opbouw. De pivot zal ook tijdens de wedstrijd manieren moeten vinden om in de opbouw betrokken te worden.

De Belgische pivot

In dezelfde wedstrijd NZ-België valt ook de positiekeuze van de pivot van België op. In plaats van een positie in de kom, neemt zij positie in tussen de voorhoede van NZ en dicht bij de laatste linie. Door haar open stand kan zij bij balaanname direct een actie naar voren maken. 

België laat de ruimte recht voor de balbezitter op het middenveld vrij. De pivot heeft de optie om die ruimte in te nemen en zich zo met de opbouw te bemoeien.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: